Handige begrippenlijst voor je tweelingzwangerschap
Als tweelingzwangere kom je nu ineens allerlei begrippen tegen waar je nog nooit van hebt gehoord. Vooral als je voor de eerste keer zwanger bent, is het soms echt abracadabra. Een begrippenlijst met de meest voorkomende woorden en begrippen bij een tweelingzwangerschap is dan ook erg handig.
Wanneer je zwanger bent van een tweeling zoek je online natuurlijk heel veel informatie op over tweelingzwangerschappen. Je komt dan best vaak begrippen tegen waarvan je de betekenis niet weet. Om je wat op weg te helpen, hebben wij de meest voorkomende termen en woorden verzameld in een handige begrippenlijst.
Begrippenlijst tweelingzwangerschap
A
A-terme
Dit is een ander woord voor de uitgerekende bevallingsdatum. Een tweelingzwangerschap duurt gemiddeld 37 weken. Dit is korter dan een eenlingzwangerschap die gemiddeld 40 weken duurt.
Apgar-test
Het woord Apgar-test hoort zeker thuis in onze begrippenlijst. Als je kindjes geboren zijn, worden ze direct onderzocht door de arts. Dit gebeurt met behulp van de Apgar-test. Je kindjes worden beoordeeld op kleur, spierspanning, ademhaling, reflexen en hartslag. Voor elk onderdeel krijgt een kindje punten. Een baby kan maximaal tien punten halen, maar een score van zeven punten of hoger is al goed. De meeste kindjes scoren negen punten, omdat hun kleur na de geboorte nog niet helemaal in orde is. Meestal krijgen ze na een aantal minuten toch nog tien punten. Sommige onderdelen van de Apgar-test worden herhaald na tien minuten, omdat je kindjes de eerste minuten na de geboorte moeten bijkomen.
B
Bichoriale-biamniotische tweeling
De term bichoriale-biamniotische tweeling mag ook zeker niet ontbreken aan deze begrippenlijst. Twee-eiige (en soms ook een eeneiige) tweelingen hebben allebei een eigen vruchtzak en een eigen placenta. Er is dus sprake van twee placenta’s en van twee vruchtzakken. Dit wordt in medische termen een bichoriale-biamniotische tweeling genoemd.
C
Combinatietest
Tijdens je tweelingzwangerschap kun je een prenataal onderzoek laten doen. Dit onderzoek geeft aan of je kindje een aangeboren afwijking heeft. De test die voor dit onderzoek wordt gebruikt is de combinatietest.
E
Epidurale verdoving (ruggenprik)
Epidurale verdoving is een andere term die onmisbaar is aan deze begrippenlijst. Een epidurale verdoving is een ruggenprik. Dit is een plaatselijke verdoving waarmee de pijn wordt verlicht, zodat de bevalling sneller verloopt. De naald wordt in de epidurale ruimte geprikt. Dit gebied ligt rond het ruggenmerg. Door de injectie worden alleen de zenuwen richting het onderste gedeelte van het bekken verdoofd.
G
Gemelli
Gemelli is een belangrijk woord in deze begrippenlijst voor tweelingzwangerschappen. Gemelli betekent namelijk de geboorte van een meerling.
H
Hypertensie
Dit begrip kom je vaak tegen als je leest over tweelingzwangerschappen. Het is dan ook een belangrijke toevoeging aan deze begrippenlijst. Hypertensie bij een tweelingzwangerschap is een bekende kwaal. Hierbij is er sprake van een hoge bloeddruk. Zolang het om een lichte vorm van hypertensie gaat, is het niet gevaarlijk. Bovendien word je tijdens je tweelingzwangerschap extra goed in de gaten gehouden door de gynaecoloog.
L
Lochia
Een ander belangrijk woord in deze begrippenlijst voor tweelingzwangerschappen. Na de bevalling zal je een aantal dagen wat vocht verliezen. Niets om je zorgen over te maken. Deze afscheiding wordt lochia genoemd.
M
Monochoriale-biamnotische tweeling
Dit begrip hoort absoluut thuis in deze begrippenlijst. Een monochoriale-biamnotische tweeling is een eeneiige tweeling. De baby’s liggen dan wel allebei in hun eigen vruchtzak, maar delen samen een placenta.
Monochoriale-monoamniotische tweeling
Als je informatie opzoekt over tweelingzwangerschappen kom je regelmatig de term monochoriale-monoamniotische tweeling tegen. Het is dan ook een belangrijk begrip in deze begrippenlijst voor tweelingzwangerschappen. Een monochoriale-monoamniotische tweeling komt heel zelden voor. Hierbij delen allebei de kindjes één vruchtzak en één placenta.
N
Navelstreng
De navelstreng is een woord dat natuurlijk niet aan de begrippenlijst mag ontbreken. Allebei je baby’s hebben een navelstreng. Deze verbindt de baby’s met de placenta(‘s). De navelstreng zorgt voor het vervoer van voedingsstoffen en bloed van de moeder naar je kindjes.
Nekplooimeting (NT-meting)
Als je zwanger bent van een tweeling, bestaat de kans dat er een nekplooimeting wordt uitgevoerd. In deze begrippenlijst kom je er meer over te weten. De nekplooimeting is een vast onderdeel van de combinatietest. Foetussen die tussen de 11 en 14 weken oud zijn, hebben een dun vochtblaasje onder de nekhuid, de nekplooi. De plooi is slechts tijdelijk, later verdwijnt deze weer. De nekplooi moet maximaal 3 millimeter dik zijn. Een verdikte nekplooi kan een aanwijzing zijn voor een chromosoomafwijking, een genetisch syndroom of een hartafwijking. Als een of allebei de kindjes een verdikte nekplooi hebben, kun je een vlokkentest of vruchtwaterpunctie laten afnemen. Het kan daaruit geen afwijkingen worden gevonden.
O
Oxytocine
Oxytocine is een begrip dat ook thuishoort in deze begrippenlijst voor een tweelingzwangerschap. Na de geboorte van het eerste kindje, moeten de persweeën komen voor de geboorte van baby nummer twee. Als het wachten op de persweeën voor het tweede kindje te lang duurt, krijgt de moeder een weeënversterkend medicijn (oxytocine) toegediend. Hiermee worden de persweeën opgewekt. Vaak wordt het tweede kindje sneller geboren en duurt het persen veel minder lang dan bij de eerste. Dit komt, omdat de eerste baby zich al een weg heeft gebaand.
P
Placenta’s
De placenta wordt ook wel moederkoek of nageboorte genoemd. Deze is van levensbelang voor de groei en de ontwikkeling van je tweeling. De placenta(’s) van zijn via de navelstreng(en) verbonden met je kindjes.
R
Resus negatief/positief
In deze begrippenlijst hoort de term resus negatief/positief ook thuis. Je komt dit begrip vaak tegen tijdens je zwangerschap. Naast je bloedgroep (A, B, AB of O), ben je resus positief (+) of resus negatief (-). Ruim 84 procent van de Nederlanders is resus positief. Als je dit ook bent, is een verder onderzoek niet nodig. Als je resus negatief bent, moet er tijdens je zwangerschap bloed worden afgenomen. Wanneer je kindjes resus positief zijn, kan het namelijk zijn dat je lichaam antistoffen aanmaakt tegen het Rh+ bloed.
S
Sectio caesarea
Sectio caesarea is een begrip dat zeker in deze speciale begrippenlijst hoort. Een sectio caesarea is een keizersnede. Als het om een geplande keizersnede gaat, wordt deze een sectio caesarea primair genoemd. Bij een niet geplande keizersnede heet deze ingreep een sectio caesarea secundair. Of er een keizersnede wordt uitgevoerd, hangt onder meer af van de manier waarop je kindjes liggen.
V
Vruchtwaterpunctie
Als je zwanger bent, kan het zijn dat er een vruchtwaterpunctie wordt uitgevoerd. Het is dan ook het vermelden waard in deze begrippenlijst. Bij de vruchtwaterpunctie wordt het vruchtwater onderzocht om te bepalen of een kind een chromosoomafwijking heeft. Tijdens dit onderzoek wordt ook de hoeveelheid AFP onderzocht. Dit is het eiwit alfafoetoproteïne. Een hoge hoeveelheid kan wijzen op een aangeboren afwijking, zoals een open ruggetje.
Vruchtzak
De vruchtzak bevindt zich in de baarmoeder. Als je zwanger bent van een tweeling kunnen de kindjes ieder een vruchtzak hebben of er een samen delen. In de begrippenlijst bij de begrippen Bichoriale-biamniotische tweeling, monochoriale-biamnotische tweeling en monochoriale-monoamniotische tweeling lees je meer over de soorten tweelingen en de vruchtzak.
Print deze begrippenlijst uit
Print deze begrippenlijst uit. Zo heb je de begrippen altijd bij de hand als je iets leest over een tweelingzwangerschap. Of bewaar de begrippenlijst op je laptop of tablet. Zo kan je altijd iets opzoeken als dat nodig is.